De échte reden waarom thuiswerken als ambtelijk secretaris zo heerlijk is

Als ambtelijk secretaris werk ik regelmatig thuis. Ik kan veel redenen opnoemen waarom ik dat zo geweldig vind. Enthousiast kan ik vertellen hoe geconcentreerd ik thuis met een taak bezig ben, hoe ik bergen met werk verzet en over hoe handig ik het vind om mijn eigen tijd in te kunnen delen.

Vanochtend schoot mij opeens de aller allerbelangrijkste reden te binnen waarom thuiswerken zo heerlijk is: Je kunt gewoon in je joggingbroek aan het werk gaan.

Of in je Onesie.

 

Geen kledingkastprobleem

Niet dat ik nu in mijn joggingbroek aan de computer zit, of in die Onesie. Het gaat om de grenzeloze vrijheid die het joggingbroek-onesie-thema mij geeft. Het kan.

Geen collega’s die iedere ochtend goedkeurend knikken of kritisch kijken naar mijn kledingkeuze van de dag. Niet op de fiets of in de trein naar het werk opeens dat vlekje op mijn witte rok ontdekken die je dan probeert al mopperend weg te poetsen. Dat hardnekkige vlekje verandert vaak al snel in een waterige plek met de kleur van een vieze sloot. En ik dan maar hopen dat niemand het ziet op mijn werk. Ken je dat?

Niet ’s ochtends uren staren in een veel te volle kledingkast om je juiste setje te kiezen. Denk je het te weten dan ligt een deel vaak in de wasmand. Of hoort daar te liggen.

De joggingbroek mag … of die Onesie dan … Niemand in de buurt.

Zoomen, Skypen, of vergaderen via Teams? Ach, ik ben toch maar half in beeld. De onderste helft verdwijnt onder mijn bureaublad.

Wat een heerlijkheid!

 

De aan/uit knop

Toch heeft een Onesie of joggingbroek dragen ook zijn nadelen. Ik krijg er zo’n traag zondagochtendgevoel van.

Geen OR-voorzitter binnen een straal van 85 kilometer te bekennen die mij op de vingers tikt. Geen OR-lid die mij zuchtend aanstaart en met een stapel adviezen tegenover mij op een stoel ploft. 

Vol overgave uit het raam staren, het kan.

Niemand die mij het doorslaggevende zetje in de rug geeft om dat vervelende telefoontje af te handelen. 

Een joggingbroek/Onesie dragen vraagt zelfdiscipline.

Net als mijn bureaulamp heb ik een aan/uit knop. Of ik ben hard aan het werk, Of ik ben hard aan het werk om niet aan het werk te hoeven.

De katten van de buren hebben aandacht nodig, de net genoemde overvolle kledingkast moet opgeruimd, of van de bromvlieg aan de andere kant van het raam moet het gedrag bestudeerd.

 

Dan start de dag weleens zo

Zo, computer aan, programma’s opstarten, ik heb er weer zin in, even kijken …

OH SJIPS, KOFFIE VERGETEN…,

mailbox openen …

EIGENLIJK KAN IK BETER ALVAST DE WASMACHINE AANZETTEN, DAT SCHEELT ZO ….,

eh, waar was ik ook alweer mee bezig? Oh ja, de mailbox …

WAT IS DE BUURMAN NU AAN HET DOEN IN DE VOORTUIN? …

Marjon kom op zeg, geen dringende mails, Word opstarten …

ZAL IK SPOTIFY AANZETTEN? HET IS HIER ZO STIL …

eh, hoe ziet de agenda eruit vandaag?

OH NEE, DE KOFFIE IS OP …

telefoonoortje in, ik ben er klaar voor …

‘HET IS NOG NIET ZOLANG GELEDEN DAT DE LUCHT NOG GRIJS WAS VÓÓR HET BEGON TE REGENEN’ … OH DIE MOET IK OPSCHRIJVEN …

uhm, waar zijn we gebleven?

GING DAAR NOU DE BEL?

… zoiets …

 

Werken vanuit huis

Vooral maandagen. Het overschakelen van mijn zorgeloze weekendgevoel naar een week vol arbeidsproductiviteit valt zo nu en dan zwaar. 

Gelukkig duurt het nooit al te lang, ook dagdromen gaat vervelen.

En ja, het is heel gezellig om met een collega de roddels van de dag door te nemen bij het koffiezetapparaat. Ook het bespreken welke boer jij als vrouw zou kiezen/welke Netflix-serie je toch echt moet zien, is een grote meerwaarde.

Maar het kledingkastprobleem komt dan toch weer om de hoek kijken. En thuis kun je toch gewoon in je joggingbroek werken,

of in je Onesie.