“Wat bent u mooi!” “Ja, vind je niet?”, antwoordde de bloem zachtjes. “En ik ben tegelijk met de zon geboren….”
Als ik terugdenk aan de eerste keer dat ik het boek Le petit Prince van Antoine de Saint-Exupéry in mijn handen had, was dat op een zonnige dag in een oud en muffig schoollokaal. De muren zaten vol scheuren en er hing een geur die herkenbaar is voor oude gebouwen, gronderig en stoffig. De zon scheen fel door de oude ramen die nog op een ouderwetse manier naar boven geschoven konden worden om nog voor dat vleugje broodnodige frisse lucht te zorgen.
Om de gekopieerde bladen met een nietje erin nou een boek te noemen is ook wat hoogdravend; in dit geval ging het om een illegale kopie van het echte boek, met liefde gekopieerd door onze Franse leraar. Warm en bezweet, met een fel meedogenloos zonnetje die het lezen er niet makkelijker op maakte, leerde ik de kleine prins kennen en dat nog wel in het Frans. Je zou kunnen zeggen dat mijn liefde voor De kleine prins ook tegelijk met de zon geboren is….
Meteen op de eerste bladzijde werd ik al het verhaal ingezogen. Een prachtig verhaal, met veel symboliek op een heerlijke simpele en kinderlijke wijze verteld. Eigenlijk behandelt het verhaal de meest diepzinnige en idealistische kwesties over het leven op een eigenwijze en toegankelijke wijze. Op het internet zijn er verschillende samenvattingen te vinden van het verhaal, maar ik zou toch aanraden om het boek zelf te lezen.
De schrijver zelf heeft de illustraties verzorgd bij het verhaal en deze zijn minstens zo beroemd geworden als het verhaal. Een eigen tekening van de kleine prins heeft na het lezen van het verhaal ruim een jaar voorop mijn schoolagenda vastgeplakt gezeten. En als inleiding van een artikel of column grijp ik regelmatig terug naar gedeeltes uit het verhaal.
Het verhaal speelt af in de Sahara waar Saint-Exupéry als piloot een noodlanding heeft moeten maken. In deze woestijn ontmoet hij de kleine prins en heeft al gauw door dat hij niet te maken heeft met een doorsnee jongetje. Terwijl de piloot probeert zijn vliegtuig te repareren stelt de kleine prins hem allerlei vragen en vertelt hem over de kleine planeet waar hij woont en natuurlijk over zijn roos. De roos is erg belangrijk voor hem.
“Als iemand van een bloem houdt, waarvan er maar een bestaat op al die miljoenen sterren, dan hoeft hij maar naar de sterren te kijken om zich gelukkig te voelen. Dan zegt hij bij zichzelf: “Daar ergens is mijn bloem…”. Maar het schaap de bloem opeet, dan is het voor hem net alsof alle sterren gedoofd worden!”
Om het heelal te zien, vertrekt de kleine prins en hij bezoekt een aantal andere planeten. Op iedere planeet woont een persoon die zichzelf op de een of andere manier belachelijk maakt.
Op de eerste planeet ontmoet hij de Koning. Deze gelooft dat hij een absoluut heerser is over alles, dus ook over de sterren. Hij beveelt (de kleine prins en)de sterren om dingen te doen die ze normaal ook wel zouden doen. Een volgende planeet wordt bewoond door de IJdeltuit. Deze wil geliefd zijn in de ogen van iedereen, maar ja, zit wel alleen op een planeet. Zijn derde bezoek is aan de Dronkenlap. Deze schaamt zich dat hij zo veel drinkt en daarom juist naar de fles grijpt (om dat weer te vergeten). Daarna is de Zakenman aan de beurt, altijd druk met het tellen van de sterren. Die zijn namelijk van hem en hij wil ze uiteindelijk gebruiken om nog meer sterren te kopen. De meeste sympathie van de kleine prins krijgt de Lantaarnopsteker. Deze man woont op een klein planeetje en deze draait elke minuut geheel rond. Ooit heeft de Lantaarnopsteker de opdracht gekregen om de lantaarn bij het donker worden aan te steken en bij het licht worden weer te doven. In die tijd was de snelheid waarmee zijn planeet ronddraaide een stuk minder en had de Lantaarnopsteker nog tijd om te slapen. Maar nu krijgt hij geen rust meer, maar weigert zijn taken te laten liggen; voorschrift is immers voorschrift. De volgende in de rij is de Geograaf, die erg druk is met het maken van kaarten en daardoor zijn plek achter het bureau niet verlaat. Hij ziet dus weinig van de wereld om zich heen.
En nu is de kleine prins op aarde. Ook daar ontmoet hij naast de piloot o.a. de vos en de slang. Een bijzonder avontuur en het is heerlijk om de wereld te bekijken door de ogen van een kleine prins afkomstig van een andere planeet of is het juist dat de prins met zijn hart kijkt in plaats van zijn ogen? Want zoals de vos al zei tegen de kleine prins:
‘Dit is mijn geheim
het is heel eenvoudig. Alleen met je hart kun je goed zien
het wezenlijke is voor het oog onzichtbaar.’
Marjon Schiltman